Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat Ik [82]Assur [83]in Mijn land zal verbreken, en hem op [84]Mijn bergen vertreden; [85]opdat [86]zijn juk [87]van hen afwijke, en [88]zijn last van [89]hun schouder wijke. 82. Dat is, de Assyriers, onder Sanherib. Anderen verstaan hier de Babyloniers, die hier aldus genoemd worden omdat zij toen bezaten hetgeen eertijds de Assyriers bezeten hadden, dezen onder hunne gehoorzaamheid gebracht hebbende; zie dergelijke manier van spreken Ezra 6:22. 83. Te weten in het Joodse land, voor Libna, of op den tocht naar Jeruzalem; 2 Kon.19:8,35. 84. Dat is, op de bergen, die in het Joodse land, hetwelk Gods land was, liggen. Zie Ps.125:2. 85. Anders: dan zal zijn juk van hen afwijken. 86. Te weten het juk van den koning van Assyrie; dat is, de dienstbaarheid waarmede hij de Joden drukt, hen dwingende hem schatting te geven. 87. Te weten van de Joden, die daar te lande woonden. 88. Te weten van den koning van Assyrie. 89. Te weten van mijn volk.